Vliegen

Kamervlieg:

 Uiterlijk:

– volwassen dier: 0,7-0,8 cm lang.
– larve (made): pootloos, circa 1 cm lang, geen duidelijke kop.
– pop: ‘tonnetje’ dat bruin van kleur is.

 Ontwikkeling:

– wijfje legt 600-2000 eitjes, circa 100-150 per keer.
– eistadium: 1-3 dagen, larvale stadium: circa 1 week, popstadium: 3-8 dagen.
– van ei tot volwassen dier: circa 1 – 3 weken.

 Leefwijze:

– larven ontwikkelen zich in rottend organisch materiaal, zoals mest in stallen.
– vliegen komen af op allerlei voedsel, wat ze alleen in vloeibare vorm kunnen opnemen.

 Schade:

– bevuilen opppervlakken, brengen bacteriën over en zijn in grote aantallen hinderlijk.

 Wering:

– afval afgedekt houden en snel afvoeren, afvalbakken liefst reinigen.
– waar nodig vliegengaas, horren of lintgordijnen plaatsen.
– ontwikkelingsbronnen opsporen en verwijderen.

 Bestrijding:

– chemische bestrijding
– elektrische vliegenvangers
– lijmstroken of vangzakken.

Hieronder treft u nog enkele soorten vliegensoorten aan die vaak voorkomen:

Klustervlieg:

 Uiterlijk:

– de klustervlieg is bruingrijs van kleur; lijkt op de kamervlieg. 0,8 cm lang.

 Ontwikkeling en leefwijze:

– de ontwikkeling van ei tot volwassen dier vindt buiten gebouwen plaats.
– in het najaar zoeken zwermen klustervliegen een overwinteringsplaats (spouwmuren).
– in het voorjaar worden zij actief en verspreiden zich door het gebouw.

 Schade:

– hinderlijk door hun grote aantallen.

 Wering/preventie:

– horren plaatsen; openingen afdichten of voorzien van vliegengaas.

 Bestrijding:

– eventueel een chemische bestrijding.
– plaatsen van klustervliegvallen, deze zijn bij ons te verkrijgen.
– dode vliegen opruimen ter voorkoming van andere insectenplagen zoals de tapijtkever.

Grasvlieg:

 Uiterlijk:

– de grasvlieg is geel met 3 glanzende zwarte strepen op de bovenzijde van het borststuk, circa 0,3 cm lang.

 Ontwikkeling en leefwijze:

– de ontwikkeling van ei tot volwassen dier vindt buiten gebouwen plaats.
– de larven leven in gras, in het najaar zoeken de grasvliegen een overwinteringsplaats op beschutte plaatsen zoals spouwmuren.

Schade:

– hinderlijk door hun grote aantallen.

 Wering/preventie:

– horren plaatsen; openingen afdichten of voorzien van vliegengaas.
– naden en kieren afkitten om binnendringen te voorkomen.

 Fruitvlieg:

 Uiterlijk:

– volwassen dier: circa 0,3 cm lang.

 Ontwikkeling en leefwijze:

– wijfje legt 400-900 eitjes in gistend of rottend materiaal.
– ei tot volwassen dier: 8-11 dagen.
– komen onder andere voor in de levensmiddelenindustrie, in café’s, bierbrouwerijen, fruitwinkels, keukens en gft-containers.
– vers gaaf fruit wordt door fruitvliegjes niet aangetast.

 Bestrijding:

– fruit en groente niet te lang en niet onafgedekt bewaren, een goede hygiëne betrachten.
– vuilnisemmers en afvalcontainers goed afsluiten en tijdig ledigen, schrobputjes en afvoerleidingen regelmatig doorspoelen.
– fruitvliegjesvallen gebruiken.

Blauwe Vleesvlieg en groene en grauwe aasvliegen:

– wijfjes kunnen rottend vlees op grote afstand ontdekken.
– vleesvliegen en aasvliegen worden aangetrokken door vlees, vleeswaren, kadavers.
– groene aasvliegen leggen ook eitjes in de wonden van bijvoorbeeld vee.
– goede hygiëne is belangrijk en meestal voldoende.
– vlees en vleeswaren goed afgedekt bewaren, afvalbakken tijdig ledigen.
– eventuele bestrijding van plaats waar larven/maden zich ontwikkelen.